MBO als Speelveld voor Anders Verantwoorden (én feedback!)

Afgelopen vrijdag, 16 juni, waren Gijs en ik bij de conferentie ‘MBO als speelveld’, georganiseerd door de projecten van de MBO Raad. Een speels thema met, zoals beloofd, een gevarieerd programma met sprekers en workshops. Twee van de sessies die onze speciale belangstelling hadden, gingen over ontwikkelingen rondom het Anders Verantwoorden van het diplomabesluit. Een onderwerp dat bijna al onze klanten in het mbo wel op een of andere manier bezighoudt, niet in het minst doordat er nog wel wat haken & ogen aan zitten, zodat nog niet iedereen er even makkelijk mee aan de slag kan.

Feedback
Bij het anders verantwoorden is vooral een hele belangrijke rol weggelegd voor feedback. Zowel het geven als het ontvangen van feedback zijn essentieel om te kunnen komen tot andere manieren om het diplomabesluit te verantwoorden. Dit vraagt om een bepaalde mate van ‘feedbackgeletterdheid’. De meerwaarde van feedback kan alleen worden gerealiseerd als alle betrokken partijen zich goed bewust zijn van de processen, van de impact en van de specifieke vaardigheden die dit vraagt. De onderwijsteams zelf moeten feedbackgeletterd zijn om niet alleen feedback te kunnen geven, maar ook studenten te enthousiasmeren en in staat te stellen de feedback te benutten om hun eigen kennis en vaardigheden te vergroten.

We gaan dan van feedback als product naar feedback als proces, waarbij studenten actief betrokken zijn bij het zoeken, verwerken en gebruiken van feedback.

Studenten leren niet door ze enkel feedback te geven, zelfs niet als je het herhaaldelijk op de meest vriendelijk mogelijke manier meedeelt. Het geven én ontvangen van feedback is meer dan een product in de vorm van ingevulde formulieren. Feedback is een proces waar een gedegen ontwerp aan ten grondslag dient te liggen.

En dat vraagt de nodige training en coaching van alle partijen. De docent moet een rol als coach gaan vervullen. Daarnaast zijn er natuurlijk nog meer uitdagingen, zoals bijvoorbeeld voor de examencommissie, die de resultaten moet kunnen borgen en goed helder moet hebben waarop gelet moet worden.

Speelveld is niet hetzelfde als speeltuin
Kortom: het belang van goede feedback voor Anders Verantwoorden kán niet overschat worden. Maar er komt natuurlijk nog veel meer kijken bij een verantwoorde invoering ervan. MBO als speelveld is prima, maar MBO als speeltuin, daar hebben we meer moeite mee…

Op ons aankomende Lustrum-evenement, op 2 november zullen we uitgebreid aandacht besteden aan dit onderwerp!

De Staat van het Onderwijs in 2023

We weten weer even waar we staan, in het onderwijs.
Op woensdag 10 mei presenteerde inspecteur-generaal van het Onderwijs, Alida Oppers, De Staat van het Onderwijs, tijdens een congres in DeFabrique in Utrecht. Naast de presentatie van het rapport waren er diverse workshops en activiteiten rondom verschillende thema’s uit De Staat van het Onderwijs 2023. Elk jaar lijkt de publiciteit rond het rapport verder toe te nemen en ook dit jaar kon iedereen weer via een livestream kennisnemen van de presentatie.

Het jaarlijkse rapport geeft een overzicht van trends en ontwikkelingen in het onderwijsstelsel. Het laat zien wat goed gaat, maar ook wat beter kan én moet. Dit jaar ging de Inspectie vooral in op thema’s als basisvaardigheden, kansengelijkheid en goed toegeruste leraren. Verplichte kost dus voor iedereen die in het onderwijs werkzaam is. Maar tegelijkertijd zitten er voor deze groep ook niet veel verrassingen in.

Niet heel positief
Ik was op het congres en het is natuurlijk een prima omgeving om de uitkomsten meteen met een brede groep vakgenoten te kunnen bespreken. Mijn algemene afdronk was niet heel positief. Veel ontwikkelingen die ‘ongewenst zijn’ en/of ‘aandacht vragen’. Ofschoon veel van de in de media besproken uitkomsten vooral betrekking hebben op basisonderwijs of voortgezet onderwijs, zijn er vergelijkbare deelrapporten voor hbo en mbo.

Hier noteerde ik onder meer zorgen over de neveneffecten van de flexibilisering van het onderwijs op de kwaliteit ervan en de borging van de resultaten. Zorgen zijn er ook over de hogere uitval van studenten en de lagere doorstroom naar meer theoretische opleidingen dan vóór Covid. Ook het moeilijk handhaven van de kwaliteit van online leren werd genoemd.

Benadrukt werd dat de rol van onderwijs breder is dan het kwalificeren. En dat een te nadrukkelijke focus op het verwerven van het diploma vaak ten koste gaat van de aandacht voor burgerschap en loopbaanontwikkeling.

Feedback: helft studenten is tevreden
Verder veel cijfers. Mijn oog viel onder meer op een grafiek over de kwaliteitsperceptie van studenten met betrekking tot de verkregen feedback gedurende hun opleiding en met name ook met betrekking tot hun stages. De grafiek bleef over de laatste paar jaar vooral heel stabiel; weinig verbetering of verslechtering. En met een score waarbij ongeveer de helft tevreden was. Of ontevreden, natuurlijk. De grafiek werd overigens gepresenteerd als positief (‘De meerderheid van de studenten is tevreden’).
Het glas leek hier dus halfvol, maar uit onze eigen praktijk weet ik dat er hier nog wel wat verbeterd kan worden.

Goede workshops
Samengevat: De staat van ons onderwijs mag wat mij betreft wel wat minder statisch; met grotere stappen in de goede richting. Maar het evenement was zeker de moeite waard. Ik was ook heel blij met de workshops die ik heb gevolgd. Een mooie gelegenheid om kennis te maken met mensen uit diverse geledingen van het onderwijs en collega-bedrijven. Fijn ook om in gesprek te kunnen met de inspecteurs; daar hoorde ik dat er ook een onderzoek komt naar examencommissies en hoe zij omgaan met borgen van programmatisch toetsen. Daarnaast waren er goede workshops over het effect van onderwijs/leren en effectieve lessen.

Staat van de Examencommissie 2023
En nu we het toch over de ‘Staat van’ hebben: binnenkort starten we zelf weer met ons onderzoek naar de Staat van de Examencommissie. Dit deden we eerder al in 2021. De uitkomsten vindt u hier.  We zijn erg benieuwd of en hoe de Staat van de Examencommissie in 2023 anders is dan in 2021. Wordt vervolgd!

Lang leve de ‘praktisch opgeleide’

Toegegeven: ik ben niet altijd even woke. En bij vlagen kan ik me ook niet aan de indruk onttrekken dat ‘woke’ het doel hier en daar enorm voorbijschiet. (En daarin sta ik ook niet alleen, getuige ook de nieuwe Nederlandse satirische televisieserie ‘Cast’, een aanrader!)

Maar onlangs was ik het even helemaal eens met de verontwaardiging die er was ontstaan over een artikel in het NRC. In een analyse van het verkiezingssucces van de BBB kopte de krant op 17 maart: “De BBB-kiezer is relatief oud en gemiddeld lager opgeleid”.

Nou kan ik persoonlijk al vallen over ‘relatief oud’, maar de meeste ophef betrof natuurlijk de aanduiding ‘lager opgeleid’. Waarom nog steeds die term en waarom sprak het NRC niet over praktisch opgeleid en theoretisch of wetenschappelijk opgeleid?

De discussie laaide snel op, maar was ook weer snel afgelopen toen het NRC aangaf dat ze vooral de bron van het onderzoek hadden geciteerd (IPSOS) en ook zelf liever spraken over praktisch opgeleiden.

En inderdaad, drie dagen later kopte de krant daadwerkelijk over ‘De ‘praktisch opgeleiden die hun stem hadden laten horen’.

Voortschrijdend inzicht zullen we maar denken.

En wanneer kijken we dan ook eens naar die m van mbo en die h van hbo…?

NRC 17 maart
NRC 20 maart

Trendsconferentie ‘Motivation in digital and online learning’

Bureau Lente’s Inge Rinkje de Jager is bezig met haar Master Onderwijswetenschappen aan de Open Universiteit. Voor het vak Trends woonde zij 18 juni jongstleden de conferentie Motivation in digital and online learning bij.
Een uitgebreide recensie publiceerde zij hierover op LinkedIn. Tekening: Gerrit de Jager

Kort samengevat: Inge, nog wat opgestoken?

“Zeker! Omdat ik zelf gefascineerd ben door serious gaming en het – in mijn ogen – enorme potentieel hiervan, had ik me goed voorbereid. Naast de inhoud was ik ook heel benieuwd of, en in hoeverre spelelementen ingezet zouden worden bij deze online conferentie.”

“Het formele doel van de conferentie was het bieden van verdieping rondom het begrip motivatie, binnen zowel online als digitale leeromgevingen. Naast online-onderwijs ontwikkelt de digitale onderwijstechnologie zich namelijk ook steeds verder en biedt het docenten mogelijkheden om nieuwe leeromgevingen en leercontexten te ontwikkelen. Deze conferentie richtte zich daarom ook expliciet op het aanreiken van mogelijkheden om motivatie in digitaal onderwijs te ondersteunen, bijvoorbeeld via serious games.”

“Naast intrinsieke motivatie waren ook het ontwikkelen van serious games en het belang van spel in leeromgevingen, belangrijke thema’s. Met name die combinatie: motivatie binnen een digitale (en speelse) leeromgeving, zal toch veel docenten in het huidige COVID-tijdperk aanspreken. Immers, wat is goed digitaal lesontwerp én hoe kun je studenten zo motiveren dat ze ook profiteren van de digitale mogelijkheden?”

Keynotes
Keynote-spreker Willem-Jan Renger is hoofd van de Innovatie Studio van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en grondlegger van Ludodidactiek, een ontwerpmethode om spel en leren met elkaar te verbinden.

“Volgens Renger is de ware kracht van een educatieve game dat het op natuurlijke wijze inspeelt op de intrinsieke motivatie van leerlingen, omdat het de leerling het gevoel geeft dat hij goed is in wat hij doet en hem tegelijkertijd korte termijndoelen voorhoudt die hem nog beter kunnen maken. Renger ziet het ontwerpen van motivatie binnen onlineonderwijs daarin niet als wezenlijk anders dan binnen fysiek onderwijs.”

“Een van de onderzoeken waarin gekeken is naar de resultaten op cognitieve vaardigheden, suggereert ook dat trainen met serious games effectiever is dan met de meer traditionele instructiemethoden, dat ze leiden tot goed gestructureerde voorkennis en dat deze winst op de langere termijn behouden wordt.”

De afsluitende keynote was van Prof. dr. Rob Martens, hoogleraar aan de faculteit Onderwijskunde aan de OU, sloot de dag af met het thema ‘Wat als we spelen om te leren?’ Volgens Martens is er een relatie tussen intrinsieke motivatie en spelen, en leren we door te spelen.

“Volgens Martens hebben mensen spel net zo hard nodig als dieren. Hij maakt zich daarbij wel zorgen over het feit dat we als Nederlands koploper zijn op het gebied van gebrek aan motivatie in het onderwijs.”

Valkuil
“De inzet van serious games lijkt mooi aan te sluiten op de omschrijving die Martens van spel geeft. Bijvoorbeeld, dat een spel spannend of meeslepend moet zijn, dat de speler autonomie ervaart, je het samen kan doen, je kan onderhandelen over de regels en er een sportieve tweestrijd kan zijn. Maar hij waarschuwt ook voor de valkuil van gamification, namelijk dat de belangrijkste voorwaarde van spel is, dat het niet verplicht moet zijn. Spel is allereerst en bovenal een vrije handeling. Bevolen spel is geen spel meer, zegt hij. En gamification heeft als onderdeel van lesmateriaal uiteraard wel een verplichtend karakter.”

“De bevlogenheid waarmee Martens spreekt, is aanstekelijk. Zijn inzichten zijn inspirerend en voelen aan als ‘logisch’. Tegelijkertijd is het onderwijs in Nederland vrij traditioneel en is het voor onderwijzenden vaak lastig om uit bepaalde denkpatronen te stappen. Dat merk ik zelf wanneer ik docententeams begeleid in het invoeren van programmatisch toetsen, wat ook een andere mindset vraagt.”

Intrinsieke motivatie
“De gemene deler in alle presentaties was het belang van intrinsieke motivatie, wat alle sprekers benadrukten. Daarmee was een duidelijke samenhang in de onderwerpen van de dag te zien. Alle sprekers gaven concrete voorbeelden hoe motivatie gestimuleerd kan worden, waarbij ze allen de begrippen autonomie, competentie en verbondenheid aanstippen.”

“Mijn ervaring van autonomie was tijdens deze conferentie vooral aanwezig doordat ik keuzevrijheid had en er bewust voor gekozen heb iets te willen leren die dag. De sprekers hebben hier zeker geen afbreuk aan gedaan, want hun informatie heeft mij weer meer verschillende denkrichtingen gegeven waarmee ik diepgaander kan leren, maar actief en expliciet stimuleren van autonomie heb ik bij geen van de sprekers ervaren.”

“Als het doel is te spreken over spel en games, had gekozen kunnen worden voor een structuur waarin deze elementen explicieter getoond worden. Met andere woorden, het congruente teach what you preach-principe miste ik soms in deze conferentie.”

“Mijn belangrijkste lesson learned is misschien daarom ook wel dat het (voor mij) belangrijk is dat ik theorie ook zelf kan toepassen. Op die manier haal ik veel meer voldoening uit een conferentie én heb ik het idee (al zal de tijd dat uitwijzen) dat de gedeelde informatie meer beklijft.”

Terug naar school!

U kent ze wel. Die prachtige beelden van die koeien die in het voorjaar voor het eerst weer de wei in mogen. Huppelend, springend, bokkend, rennend en kwispelend!

Ik weet geloof ik nu wat ze voelen! Want vanaf volgende week mag ik ook weer ‘de wei in’ en het kriebelt aan alle kanten.

Het afgelopen voorjaar en deze zomer gaven we vanuit Bureau Lente alleen maar online trainingen.

Het was – gegeven de omstandigheden – natuurlijk gewoon niet anders. En het went ook. Sterker nog: je wordt er steeds bedrevener in om via Zoom en Teams toch goede en effectieve maatwerktrainingen te geven. De kwaliteit van goede online trainingen benaderen die van de ‘real thing’.

Maar de ‘real thing’ blijft toch ‘the real thing’. De dynamiek van coöperatief leren komt nu eenmaal beter tot zijn recht als je elkaar echt in de ogen kan kijken.

Dus nu we binnenkort weer gewoon naar een school kunnen reizen om daar Coronaproof training te geven … maakt ons trainershart een sprongetje.

Wat zeg ik? Een huppeltje, een bokje, een stuitertje!

Heerlijk!
En ik ben benieuwd hoe een Coronaproof lokaal eruit ziet.
Ik kan niet wachten om weer in de auto te stappen.  
En als ik eruit stap… let op ’t huppeltje…

Trainen met de hakken in het zand

Het overkomt elke trainer. En vaker dan eens.
Je bent begonnen met je training en je voelt het meteen: een aantal deelnemers wil niet.

Vervelend voor de trainer maar zeker ook voor de deelnemers die er wel zin in hebben.

Het kan natuurlijk zijn dat je de signalen niet op tijd hebt herkend of het bewust hebt genegeerd. Maar als je niet op tijd reageert, heb je grote kans dat het zich als een olievlek uitbreidt.

Als je het wel herkent moet je de moed hebben het probleem op tafel te leggen. Het te benoemen: wat is er eigenlijk aan de hand?
Willen de deelnemers niet omdat het verplichte kost is, omdat ze het misschien al (denken te) kennen, of omdat ze iets heel anders verwacht hadden…?

Betreft de weerstand de inhoud? De vorm? De trainer? Of zijn er oorzaken die verder in de organisatie liggen?

Het is fijn om dit voorafgaand aan je training te weten. Sterker nog: het is eigenlijk essentieel.
Wat is de behoefte van de deelnemers, wat weten of kunnen ze al? Wat is hun motivatie? Intrinsiek of extrinsiek?

Trainingen op maat zijn zoveel effectiever.
En maatwerk leveren door een goede intake is het halve werk. De andere helft bestaat uit een trainer met lef.